Lid Raad voor de Rechtspraak

WAT GAAT DIT LID RAAD DOEN

Het nieuwe lid Raad is allereerst medeverantwoordelijk voor het bevorderen van effectieve (onder meer vakinhoudelijke innovatie) en efficiënte rechtspraak, waarbij goede samenwerking binnen de strafrechtketen en met de diverse spelers in het familie- en jeugdrechtveld voorop staat (Openbaar Ministerie, NOvA, het Bestuurlijk Keten Beraad, Raad voor de Kinderbescherming en Jeugdzorg.

Hoewel het zwaartepunt van de functie bij het strafrecht en het familie- en jeugdrecht ligt (beide rechtsgebieden hebben grote maatschappelijke aandacht), is het nieuwe lid Raad – met de overige leden van de Raad – integraal verantwoordelijk voor de (uitvoering van de) wettelijke taken van de Raad. Daartoe vinden op verschillende momenten in het jaar bestuurlijke overleggen met de gerechten plaats, waarbij het functioneren van de organisatie en de samenwerking met de Raad op de agenda staan. Daarbij horen ook werkbezoeken. Een aantal gerechten valt binnen de portefeuille van het nieuwe lid Raad. Goede samenwerking en contacten met de bestuurders van de gerechten, bijvoorbeeld in relevante overleggen binnen de Rechtspraak, in portefeuillegroepen, tijdens het Presidenten-Raad-Overleg (PRO), het dagelijks bestuur van het PRO en de Raad (het DB PRO-Raad) en in de landelijke overleggen vak inhoud straf en familie-en jeugdrecht (LOVS en LOVF) zijn belangrijk.

Daarnaast vertegenwoordigt het nieuwe lid Raad de Rechtspraak in externe overleggen op bestuurlijk en beleidsmatig niveau. Hieronder vallen diverse overleggen en de samenwerking en afstemming met het ministerie van Justitie en Veiligheid, bijvoorbeeld DGRR (overleg tussen de leden van de Raad met de Directeur-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving), DGSenB (Directoraat-Generaal Straffen en beschermen), DJI (Dienst Justitiële Inrichtingen) en het DGO (Directoraat-Generaal Ondermijning). Het nieuwe lid Raad is eindverantwoordelijk voor de wetgevingsadvisering op het gebied van strafrecht, bijvoorbeeld in relatie tot het nieuwe Wetboek van Strafvordering en zet zich als vertegenwoordiger van de Raad actief in voor het verbeteren van de prestaties van de strafrechtketen. Het nieuwe lid Raad wordt actief betrokken bij de IV-ontwikkeling van het strafdomein en zal op dat gebied nauw samenwerken met het collega lid Raad dat IV in portefeuille heeft.

Ook is het nieuwe lid Raad verantwoordelijk voor de participatie vanuit de Rechtspraak op landelijk overlegniveau met betrekking tot ontwikkelingen op het rechtsgebied familie- en jeugdrecht. Deze samenwerking is niet vrijblijvend, binnen die samenwerking is er steeds oog voor de onafhankelijke positie van de rechter, het maatschappelijk belang en relevante kwetsbaarheden en gevoeligheden binnen de portefeuille. Het nieuwe lid van de Raad beweegt zich als gesprekspartner soepel en impactvol binnen deze verschillende overleggen en netwerken en voert de taken uit in afstemming met de portefeuillehouders in de gerechten. Het lid Raad werkt op de relevante portefeuilles nauw samen met medewerkers van bureau Raad.

Bij alle contacten dragen de leden van de Raad eraan bij dat de Rechtspraak haar maatschappelijke verantwoordelijkheid met het oog op de langere termijn waar kan blijven maken. Dit in goede verstandverhouding en afstemming met en respect voor de wetgevende en uitvoerende macht en met oog voor de behoeften en belangen van de burger.

De Raad zal in samenspraak met de gerechten, de landelijke diensten en de inspraak- en adviesorganen binnen de Rechtspraak gedurende de komende jaren blijven werken aan de ingezette koers wat betreft tijdige toegankelijke rechtspraak, de IV- en procesinnovatie en de transitie naar een grotendeels digitale Rechtspraak. Daarnaast heeft verdere investering in het personeelsbeleid, het opleiden van extra rechters en het werven van (juridische) professionals en andere collega's om de werkdruk te beheersen en de doorlooptijden te verbeteren, prioriteit. Behoud en verdere versterking van de samenwerking binnen de Rechtspraak – tussen de Raad, de gerechten en de landelijke diensten – alsmede bevordering van diversiteit en inclusiviteit zijn belangrijke onderwerpen. Net als het ‘van buiten naar binnen werken’ en de waardering van de Rechtspraak door burgers en juridische professionals.

Bijzondere aandacht zal de Raad de komende jaren geven aan de aanbevelingen voortkomend uit het vijfde visitatierapport van de Rechtspraak, het Adviesrapport 'De gebroken belofte van de rechtsstaat' van de Staatscommissie rechtsstaat en het reflectierapport van de familie- en jeugdrechters “Recht doen aan kinderen en ouders”. Bijdragen door de Raad aan de versterking van de organiserende en verbindende professionaliteit, het samenspel en de samenwerking tussen het rechterlijk, het bestuurlijk en het organisatiedomein – zoals één van de aanbevelingen van de Visitatiecommissie luidt – zijn wat betreft de Raad van wezenlijk belang.