Rechter is de leukste baan ooit!
Het verhaal van die rechter raakte me echt
Marjorie is rechter in hart en nieren en praat vol passie over wat ze ervaart als de leukste baan ooit. Hoe is dat vuur aangewakkerd? ‘Als student bezocht ik een gastcollege waarbij een advocaat, een rechter en een officier van justitie vertelden over hun werk. Doel was ons een beeld te geven van wat die verschillende beroepen inhouden en wat je dus kunt doen na je studie.
Het verhaal van de rechter raakte me echt. Dát wil ik doen, dacht ik: ik wil midden in de samenleving staan, ik wil onafhankelijk zijn, ik wil wegen en een uitspraak doen die ertoe doet.
Voor die tijd dacht ik dat je ontzettend slim moest zijn om rechter te worden, dat je de juiste mensen moest kennen en dat het niet voor mij was weggelegd. Nu lag het opeens binnen handbereik, als je maar je rechtenstudie hebt afgerond. Meteen na het college zei ik tegen mijn vriendinnen: ”Ik word rechter!” En zo is het gegaan.’
Je moet voortdurend op scherp staan
‘Ik ben strafrechtelijk afgestudeerd en daarna op zowel het strafrecht, als het civiele recht en het bestuursrecht gepromoveerd. Na drie jaar als rechter-plaatsvervanger te hebben gewerkt en tussendoor een jaar in de advocatuur, ben ik in 2006 mijn opleiding begonnen bij de rechtbank Dordrecht. Het is altijd goed om in verschillende keukens te kijken. Het beeld dat ik had van het rechterschap werd door die ervaringen alleen maar bevestigd. In 2006 begon ik dan ook als strafrechter, bij de rechtbank Rotterdam.
Strafrecht is heel dynamisch; het spreekt enorm tot de verbeelding. Er gebeurt van alles tijdens de zitting, kranten staan er vol van, het 20 uur journaal en RTL Boulevard besteden er aandacht aan. Je moet voortdurend op scherp staan en dat ligt mij. Een dossier doorspitten, vind ik echt smullen. Dat is belangrijk voor een rechter, dat je nieuwsgierig bent en de gretigheid voelt om te onderzoeken: hoe zit het precies in elkaar?
Toch merkte ik op een gegeven moment dat je zelfs in dat dynamische strafrecht het risico loopt dat je op de automatische piloot gaat werken. Om dat te voorkomen, ben ik na acht jaar overgestapt naar de sector bestuursrecht. Eerlijk gezegd had ik vooraf verwacht dat het erg saai zou zijn, maar het bleek juist ongelooflijk leuk.’
Kies je de veilige weg, of durf je je nek uit te steken?
‘Bestuursrecht is een rechtsgebied waar de mens heel dicht bij de rechter kan komen, en omgekeerd. Neem bijvoorbeeld de toeslagenaffaire. Ik vind het belangrijk dat je je als rechter realiseert hoe ingewikkeld formulieren kunnen zijn, zeker voor iemand die laaggeletterd is. En hoeveel ellende er kan ontstaan wanneer iemand het verkeerde vakje aankruist. Voor zo’n burger is jouw rol cruciaal. Wat doe je in zo’n situatie? Duik je weg, of durf je je nek uit te steken en vraag je: ”Overheid, moet dat nou echt zo, of is er een mogelijkheid om het anders te doen?”
Na zeven jaar bestuursrechter te zijn geweest, heb ik drie jaar de rol van teamvoorzitter vervuld. En in beide rollen heb ik heel veel mogen leren. Vanaf januari 2024 ben ik terug als strafrechter bij de rechtbank Rotterdam, locatie Dordrecht, waar mijn wieg als rechter heeft gestaan.’
De rechtspraak is er voor iedereen
‘Ik vind het belangrijk dat de rechtspraak er voor iedereen is. Ook voor jou. Of je nu toekomstig rechter bent, of rechtzoekende. Daarom span ik me in om de afstand die mensen voelen tot de rechtspraak en alles wat daarmee te maken heeft, te verkleinen.
Het onderzoek ter zitting speelt daarbij een belangrijke rol, omdat je daar direct contact hebt met de rechtzoekende of verdachte. En dan is het heel belangrijk dat iemand ervaart: wat je ook gedaan hebt, wij veroordelen alleen de daad, niet de persoon.
Degene die voor je zit, wil gehoord worden en ook het gevoel krijgen dat je echt luistert. Dus moet je er als rechter zo open mogelijk in staan. Willen begrijpen. Vragen en doorvragen. Dingen durven benoemen. Bijvoorbeeld als iemand op zitting heel geëmotioneerd wordt: “Ik zie dat het u raakt; wat maakt dat u zo boos of verdrietig wordt?” Empathisch zijn, maar tegelijkertijd neutraal. Je woorden zorgvuldig kiezen en je bewust zijn van je eigen expressie. Anders loop je het risico dat mensen denken: zij heeft haar oordeel al klaar.
Tegelijkertijd moet je beseffen dat je altijd kritiek zult houden. Dat hoort bij de rol die je vervult.’