Zorgvuldig je woorden kiezen, zodat mensen zich herkennen
Ik kijk graag vanuit verschillende perspectieven
‘Ik werk als senior gerechtsjurist bij het gerechtshof ’s-Hertogenbosch. Daarvoor werkte ik in dezelfde stad, bij de rechtbank Oost-Brabant. Tijdens mijn studie had ik daar al stage gelopen. Daarna was ik stagiaire bij een groot advocatenkantoor en merkte ik: dit is op dit moment niet iets voor mij. Juridisch vond ik het heel leerzaam en interessant, maar de benadering paste niet bij mij. Je vertegenwoordigt één partij en dat beperkt je kijk op de zaak en het recht.
De puzzel leggen vind ik het leukst
Wat zijn de feiten, welke omstandigheden spelen hier mee? Hebben we een situatie als deze vaker gezien? Is er relevante rechtspraak? Naast de informatie in het dossier kijk ik ook of er nog andere relevante bronnen zijn waar ik uit kan putten, bijvoorbeeld van kennis- en expertgroepen. Zo bereid ik een zaak voor en vervolgens stuur ik het naar de rechter of, zoals bij het gerechtshof het geval is, naar de raadsheren.’
Tijdens de zitting voel je de impact
‘Daarna komt de zitting; die geeft kleur aan de zaak. Je ziet de mensen om wie het gaat, je hoort de toon, voelt de spanning die er soms is en de impact die de situatie heeft op het leven van mensen. Dan realiseer je je heel sterk wat de rol van de Rechtspraak is en het belang van de beslissing die we gaan nemen.
Ik vind het heel mooi als het lukt om, soms op het laatste moment tijdens de zitting, partijen alsnog zelf afspraken te laten maken. Als gerechtsjurist kun je daar een belangrijke bijdrage aan leveren, door in de voorbereiding heel goed in kaart te brengen hoe partijen zich tot elkaar verhouden. Als jij daar hebt geconstateerd dat de verschillen niet zo groot zijn, geeft dat de rechter aanknopingspunten om hierover het gesprek aan te gaan.
Verder maak je tijdens de zitting aantekeningen van wat er wordt besproken en hou je tegelijkertijd het proces in de gaten. Als de raadsheren iets vergeten, attendeer je hen erop.’
Ik wil dat mensen hun beleving herkennen in de uitspraak
‘Na de zitting komt de eindfase, waarin je de conceptuitspraak gaat schrijven. Die bereid je samen voor in de raadkamer en ook daar doe je als gerechtsjurist volwaardig mee.
Vervolgens begint de uitdaging – een nieuwe puzzel – hoe zet je het op papier? Je probeert het zo te verwoorden dat je de sfeer van de zitting goed tot uitdrukking brengt. Onderwerpen binnen het familie- en jeugdrecht liggen heel dichtbij mensen en grijpen enorm in, in hun dagelijkse leven. Het is heel persoonlijk en vaak emotioneel beladen. Ik vind het belangrijk dat je het opschrijft zoals mensen het hebben bedoeld.
Daarbij komt dat mensen al een heel traject achter de rug hebben, met soms ook een mediation poging. Wij zijn als gerechtshof in feite de laatste halte, omdat er al een rechtbank naar heeft gekeken en uitspraak heeft gedaan. Na ons stopt het – je kunt nog wel naar de Hoge Raad, maar die concentreert zich op de juridische aspecten van een zaak en kijkt niet meer inhoudelijk naar feiten en bewijs. Onze uitspraak bepaalt dus niet alleen hoe een deel van hun leven er straks uit zal zien, maar ook hoe betrokkenen de Rechtspraak ervaren.’
De juiste woordkeus helpt bij de acceptatie van het vonnis
‘Elk detail kan belangrijk zijn. Spreek je iemand bijvoorbeeld aan als ‘stiefvader’ of als ‘echtgenoot van moeder’? Dat kan heel gevoelig liggen en een enorm verschil maken voor hoe de rest van de boodschap wordt ontvangen. Het helpt bij de acceptatie als het lukt de uitspraak zó te verwoorden dat mensen voelen: “Dit klopt, zo heb ik dat gezegd, zo is het gegaan.” En ook dat ze de weg naar de beslissing goed kunnen volgen.
Soms zijn de verhoudingen zo verhard dat er geen toenadering meer mogelijk is. Dan is het fijn dat het gerechtshof de knoop doorhakt die mensen zelf niet kunnen doorhakken. Je beëindigt daarmee hopelijk een periode van onrust en strijd, waarna mensen weer verder kunnen met hun leven. Ik vind het fijn om daaraan een bijdrage te kunnen leveren.’
Ik ben nog lang niet uitgekeken en uitgeleerd
‘Inmiddels werk ik alweer twaalf en een half jaar bij de Rechtspraak. Toen ik me dat laatst realiseerde, verraste me dat. Vooraf had ik niet verwacht dat ik zolang bij dezelfde werkgever zou blijven. Je hebt echter heel veel mogelijkheden om je verder te ontwikkelen, vooral in de breedte.
Zo ben ik binnen de rechtbank geswitcht van team Bestuursrecht naar team Familie en Jeugd en werk ik nu bij het gerechtshof. Naast het werk als gerechtsjurist doe ik cursussen en werkbezoeken, begeleid ik stagiaires en verzorg ik publieksvoorlichting. Kortom, er zijn volop uitdagingen binnen dezelfde organisatie. Ik ben voorlopig nog niet uitgekeken en uitgeleerd!’