Als gerechtsjurist ben je een onmisbare schakel
‘Het is boeiend en het voelt goed om mijn bijdrage te kunnen leveren aan de rechtspraak. Ik merk dat ik veel inbreng heb en dat de rechter waarde hecht aan mijn mening. En als ik zorg dat alle aspecten goed worden behandeld, waardoor betrokkenen toch met een wat fijner gevoel de zaak voor zichzelf kunnen afsluiten, dan geeft mij dat echt voldoening.’
Fijne sfeer, interessant werk
‘Ik ben junior gerechtsjurist bij de rechtbank Noord-Nederland, locatie Groningen. Daar woon ik ook, dus ik kan lekker op de fiets naar het werk. Toen ik de mbo-opleiding juridisch medewerker deed, heb ik hier al stage gelopen. Daarna heb ik hbo Rechten afgerond en even bij de gemeente Heerenveen gewerkt als vergunningverlener. Toch merkte ik al snel dat ik het juridisch-inhoudelijke werk miste.
Bij de rechtbank had ik veel contact met gerechtsjuristen en zag ik wat zij allemaal doen. Dat leek me interessant. Ik hou erg van schrijven en vind het heel leuk om dingen uit te zoeken. Dus heb ik opnieuw gesolliciteerd bij de rechtbank Noord-Nederland, ook omdat ik de werksfeer daar fijn vond.’
Onmisbare schakel
‘Ik doe Wet Mulder zaken, dat zijn lichte verkeersovertredingen. We hebben elke maand twee zittingsdagen, met gemiddeld 25 zaken per dag. Dat is best pittig, het vereist een goede planning.
Als gerechtsjurist ben je een onmisbare schakel die van begin tot eind betrokken is bij een zaak. Je bereidt zaken zelfstandig voor. Ik krijg het dossier, mag het juridische vraagstuk uitpluizen en aangeven wat ik zie als het juiste besluit. Dat heet de instructie.’
Op zitting komt een zaak tot leven
‘Op zitting ben ik degene die de rechter ondersteunt. Daar zie je de zaak die jij hebt voorbereid tot leven komen. Soms loopt het zoals je verwacht, maar soms gebeurt er iets dat je niet had voorzien, bijvoorbeeld als de kantonrechter doorvraagt over een bepaald onderdeel van de zaak. Nieuwe informatie kan het oordeel een andere draai geven en dan moet je de hele zaak ‘ombatterijen’. Ik vind dat leuk, het maakt het werk dynamisch.
Je hebt ook zaken die echt twee verschillende kanten kunnen opgaan. Dan snap je enerzijds het verhaal en gevoel van de rechtzoekende heel goed, maar tegelijkertijd zie je dat de verbalisant die boete op goede gronden heeft opgelegd. In zo’n geval schrijf ik vaak een ‘of’ instructie, waarin ik beide kanten laat zien, met alle overwegingen erbij. Vervolgens moet de rechter de knoop doorhakken.’
Belangrijk dat mensen zich echt gehoord voelen
‘Tijdens de zitting schorst een rechter soms even, om met mij te overleggen. Bijvoorbeeld als een rechtzoekende iets inbrengt dat hij of zij niet had vermeld in het beroepschrift. Dan informeer ik de rechter of vertel ik hoe ik ertegen aankijk. In alle gevallen vinden we het belangrijk dat mensen zich echt gehoord voelen.
Bij het schrijven let ik daar ook sterk op. Als de rechter ter zitting uitspraak doet, maak ik daar een proces-verbaal van. Doet de rechter na de zitting uitspraak, omdat hij of zij er nog even over wil nadenken, dan schrijf ik een schriftelijke concept-uitspraak. In beide gevallen houd je de instructie als basis, maar je neemt ook mee wat er tijdens de zitting wordt toegevoegd en wat de rechter erover zegt. Dat verwerk je allemaal in een logisch verhaal dat begrijpelijk is voor betrokkenen, met een goed onderbouwd oordeel.
Een groot deel van mijn werk doe ik zelfstandig, maar kijk je naar het hele proces van de rechtspraak, dan is dat natuurlijk teamwerk waar veel meer collega’s een rol in spelen. Zo voel ik dat ook heel sterk binnen de rechtbank. De sfeer hier is heel informeel; dat maakt het gemakkelijker om elkaar op te zoeken. Het is fijn om even met een collega te sparren die bijvoorbeeld aan een vergelijkbare zaak heeft gewerkt en te vragen hoe hij of zij het heeft aangepakt. Of juist iemand te benaderen die er met een frisse blik naar kijkt.’
Nieuwe stap
‘Inmiddels doe ik dit twee jaar en merk ik dat ik toe ben aan een nieuwe uitdaging. Ik ben me daarom aan het oriënteren binnen het bestuursrecht, maar ook op andere rechtsgebieden. Mijn teamleider denkt daarin mee. Zij geeft me de mogelijkheid om met verschillende zittingen mee te kijken, om er zo achter te komen waar mijn interesse ligt en wat goed bij me past. Het lijkt mij mooi om een nieuwe stap te zetten, liefst binnen een rechtsgebied waarbij de maatschappelijke impact duidelijk voelbaar is.
Of ik ooit rechter zou willen worden? Die ambitie heb ik niet. Ik denk dat de rol van gerechtsjurist goed bij mij past. Je hebt niet de eindverantwoordelijkheid, maar speelt wel een cruciale rol in het geheel!’